Thema: | Het spoor van Gods verborgen handelen |
Tekst: | Ester 1-2 (DEEL 1) |
Tekstgedeelte(n): | Ester 1-2 |
Door: | Ds. J. Hagg (predikant gereformeerde kerk vrijgem. Zwolle-Zuid) |
Gehouden te: | Zwolle-Zuid op 6 augustus 1995 Deventer op 6 augustus 1995 |
Opmerking RJCV: | Kan afzonderlijk van andere delen gelezen worden. |
Aanwijzingen voor de Liturgie
1. Ps. 74:10-11
2. Gebed
3. Gez. 6: 2
4. Lezen: Ester hst. 1-2
5. Ps. 90: 5, 7
6. Preek
7. Ps. 89: 8
8. (Middagdienst: Geloofsbelijdenis: Gez. 4)
9. (Middagdienst: Ps. 96: 7-8)
9. (Ochtenddienst: Ps. 96: 1-8 (A,V-M, V-M, V-M, A))
Meer dan eens is er een roman geschreven over het bijbelboek Ester.
Wel eens één van gelezen misschien? Het ís toch ook een romantisch verhaal. Spannend als een thriller. Gruwelijk
als een horror. Maar gelukkig met een happy end. Zo wordt er wel over gedacht: een sprookje dat niet zou misstaan
in de verzameling van '1001-nacht', geweven rond het gegeven 'hoe is het purim-feest eigenlijk ontstaan?'.
Wat doet dit verhaal in de bijbel?
Kwam het er per ongeluk in terecht als 'een joodse nationalistische legende'? Een vertelling die wil laten zien dat
dit volk er wonder boven wonder toch telkens weer bovenopkomt? Er zijn er die zeggen: 'Zo is het, want je komt in
het hele boek de naam van God niet tegen. Wat heb je er dan aan voor je geloofsleven? Kan het je als christen
sterken?' Luther zei al dat hij er een gruwelijke hekel aanhad. In gereformeerde kringen zegt men het wat netter,
maar op een predikantenkongres zei een geëmeriteerde kollega: 'Ester, daar moet je niet over preken. Dat kan niet.
Je kunt het hooguit voorlezen. En dan achter elkaar. Op je in laten werken'. Heeft hij geen gelijk? Wel als het
gaat om onze slechte gewoonte om veel te kleine stukjes en brokjes uit de bijbel achterelkaar te lezen. Een gewoon
boek lees je in één adem uit als je de smaak te pakken hebt. En een bijbelboek, dat veel en veel dunner is? Het
lijkt wel alsof we daar de smaak niet gauw van te pakken krijgen..... Maar verder: kun je er niet over preken? We
willen het toch doen de komende weken:
Al lezend samen proberen te ontdekken wat God ons wil meegeven met dit stuk heilsgeschiedenis. De rode draad die door dit verhaal loopt is het spoor van Gods verborgen handelen. Zijn naam komt niet voor. Maar Híj is Degene die in het Centrum staat. Híj is wel degelijk Degene die handelt. Een kommentator zegt: 'het is alsof de onbekende schrijver door als het ware de 'techniek van het verbergen van Gods naam' toe te passen juist extra weet te aksentueren dat Híj Degene is die zo aktief aanwezig is.
In de beide eerste hoofdstukken zien we het spoor van Gods verborgen handelenin
|
Ahasveros op de perzische troon. 'Xerxes' noemen de grieken hem. Hij zit daar van 486-465 voor Christus. Wie z'n jaartallen nog een klein beetje paraat heeft zal nu bij zichzelf denken: 'Wanneer was ook maar weer de eerste deportatie van Judeërs naar Babel? In 597 v. Chr. Tijdens koning Jojakin (oftewel Jechonja, zoals hij in Ester genoemd wordt). En wanneer liet Cyrus de joden gaan? Vanaf 537. Ahasveros leefde zo'n 51 jaar later! Geen jood meer te bekennen in het -inmiddels perzische- Babel zou je denken'. Maar niets blijkt minder waar: heel wat families, waaronder zeer invloedrijke en welvarende, zijn gewoon blijven wonen in de babylonische steden waaronder ook Susa. Als ons verhaal begint is de welgestelde
joodse kolonie in Babel al zo'n 54 jaar ongehoorzaam en ondankbaar!
Een verrassende gedachte voor u misschien aan het begin van dit boek. Maar zo is het wel! Onder Koning Kores,
instrument in Gods hand (zo vertelt Jesaja) 'Gods gezalfde knecht' herkrijgen alle volken vrijheid van godsdienst
en het hebben van nationale gevoelens. Er werd in Jeruzalem weer een tempel gebouwd die in 515 v Chr. klaar was.
God zorgde ervoor dat zowel Cyrus (Kores) als Darius beschermers werden van zijn kerk. Zij passen in Gods grote
plan voor alle tijden en plaatsen. Zo beschikt de Koning der koningen ook over Ahasveros, Darius' opvolger.
Ahasveros betekent 'hoogste heerser'. Als mens was hij dat ook. Strekt zijn rijk zich niet uit van Ethiopië in het
zuiden tot Turkije in het westen en India in het oosten? In 20 satrapieën was het verdeeld. Eén ervan heette: 'Abar
Nahara' dat is 'Land Over de rivier' (de Eufraat). Een provincietje ervan heette Jehud (Juda). 'Hoogste heerser' zo
heet hij en zijn macht lijkt grenzeloos. Maar de nòg hogere Heerser, de God van dat provincietje Jehud zou hem zijn
grenzen doen leren kennen. Op zíjn manier....
In zijn derde regeringsjaar wordt hij officieel gekroond: dat wordt feest!
Niet ongewoon. Zo'n uitgestelde kroning gebeurde wel vaker. En wat is er tegen een feest? Als je toch iets te
vieren hebt: een trouwerij, een geslaagd examen, een jubileum... prima! Maar dit feest: onevenaarbaar groots moet
het worden. Ter meerdere eer en glorie van hemzelf. Alle pracht en praal uit de paleizen wordt tentoongesteld -
maar liefst 180 dagen lang. Je moet er toch niet aan denken! Misschien herinneren sommigen zich nog Reza, de sjah
van Perzië en zijn gemalin Fara Dibah. Die organiseerden indertijd een miljoenenverslindend kroningsfeest voor
zichzelf om de grandeur van Perzië tentoon te spreiden. N.B. Perzië, dat grotendeels straatarm is. Men zegt dat het
zijn ondergang geweest is. Zoiets is toch 'vragen om een figuur als Khomeiny'. Ook deze pers Ahasveros had heel wat
vijanden. Hij overleefde heel wat aanslagen. Alleen de laatste, na 20 jaar regeren, niet. Maar zover is het nog
niet. We zitten midden in een kroningsfeest ten paleize. Voor generaals en andere hoogwaardigheidsbekleders. Zie ze
daar eens allemaal liggen op hun gouden rustbedden op parelmoeren vloeren. Onbekwaam van de vele exquise
koninklijke alkoholica die ze in hebben genomen. Al heeft de koning het in al zijn goedheid toegestaan slechts
'indien gewenst' mee te toasten als de zoveelste dronk wordt uitgebracht. We hoeven ons geen illusies te maken: de
koninklijke waardigheid aan het perzische hof is ver te zoeken. Ahasveros is geen heerser maar een man die wórdt
beheerst: door de drank. En
drank maakt nu eenmaal meer kapot dan je lief is.
Dat gold toen evengoed als vandaag de dag. Zijn huwelijk gaat eraan. In zijn overmoed geeft de grillige Ahasveros
zijn zeven allerbelangrijkste hofeunuchen bevel zijn schoonste en meest geliefde vrouw te halen. Hij wil haar
tentoonstellen aan de vorsten. Om ermee op te scheppen. Tentoonstellen als een opgetuigde kerstboom. Maar het feest
gaat mooi niet door: de vastberaden Wasti bedankt feestelijk voor de eer. Een heel besluit, want ze tekent daarmee
haar eigen ondergang. Of niet? Of is het toch meer de ondergang van de despoot Ahasveros?! zie wat er gebeurt: een
vrouw betoont zich sterker dan hij. Zo wordt hij verslagen door de drank en door een vrouw. Dan verliest hij zijn
laatste restje zelfbeheersing: zijn toorn ontbrandt in hevige gramschap. Deze 'hoogste heerser' blijkt maar een
klein mannetje te zijn. Een gewoon zondig mensje. Met primitieve wraakgedachten, die hij uiterst sluw ten uitvoer
brengt door zogenaamd het landsbelang naar voren te schuiven om zijn persoonlijke nederlaag te verdoezelen. Dat
schijnt nogal eens voor te komen bij mensen die zich persoonlijk gekrenkt voelen. De zeven belangrijkste mannen van
het land laat hij opdraven. Vertegenwoordigers van de zeven voornaamste families zijn het. De enige zeven heren die
zomaar ongevraagd de koning onder ogen mogen komen. Laten zij 'het probleem Wasti' dat 'het hele rijk en zijn
wetgeving' raakt. oplossen. De vorsten vatten zijn bedoeling: inderdaad, hier dient een volksrevolutie in de kiem
gesmoord te worden - stel je voor: morgen komen alle vrouwen nog in opstand! De mannen zullen het niet langer voor
het zeggen hebben in hun gezin.... In het kader van de gezinszorg in het hele rijk wordt koningin Wasti afgezet. Je
zou maar in zo'n land leven. Met zo'n dictatuur. Zo'n onrechtsbestel. En wat zijn er een landen. ook vandaag de
dag. Ahasveros inmiddels lijkt de winnaar. Hij gaat niet af. Maar in werkelijkheid is hij de verliezer. Zeker als
hij, ontnuchterd, met heimwee terugdenkt aan zijn lievelingsvrouw. De machteloze machthebber. Gebonden aan de
wetten van meden-en-perzen. God zal hem nóg meer grenzen laten zien - zo zullen we nog merken. God zal hem, met al
z'n grillen en onbeholpenheid, gebruiken om via hem zijn volk te redden.
Zo drukte iemand het eens uit. En ís het niet frappant hoe een onbekend jodinnetje koningin wordt. Daar komt geen toeval bij kijken. Daar zit God achter! Hadassa noemden haar ouders haar. Een mooie naam. Niet maar voor een perzische poes -zoals mensen wel doen-, maar voor een gelovig joods meisje. 'Mirt' betekent dat. Uit de heilsprofetie 'voor een distel zal een mirt opschieten'. Hadassa wordt wees. Moeilijk, als je al zo vroeg beide ouders moet missen. Gelukkig is daar het oude joodse familierecht en als dat in werking treedt ontfermt zich een oudere neef Mordekai zich over haar.
Wat is dat ervoor één, die Mordekai?
Een aantal dingen vallen ons op. Allereerst zijn naam. Geen joodse. Maar afgeleid van Mardoek, de stadsgod van
Babel! Een geseculariseerde naam dus. Aangepast aan de nieuwe omstandigheden. Dat zegt al heel wat. Zijn
overgrootvader Kis was samen met de koning van Juda indertijd meegevoerd. Dat duidt op hoge komaf. Nog twee
generaties lang krijgen deze nakomelingen van de stam Benjamin israëlitische namen. Maar Jaïr breekt met de
gewoonte. 'Mordekaï is zijn naam'. En was dat niet beter om carrière te maken? Mordekaï blijft in de residentie.
Hij gaat niet terug naar Jeruzalem om mee te helpen aan de wederopbouw. Dat is een keuze. Daarbij komt dat we
tussen de regels door wel begrijpen dat hij het niet zo heel nauw neemt met de wetten van God. Dat blijkt wel na
een jaar of drie
als er op bevel van de koning een 'schoonheidswedstrijd' wordt gehouden.
Een soort 'miss-verkiezing' in de oudheid. Vele troostprijzen waren beschikbaar: een plek in de harem van de
koning. En de hoofdprijs: de eerste vrouw van het land worden. Deskundigen speuren alle 120 provincies af naar
kandidates. Honderden meisjes uit het hele rijk doen -onder dwang of vrijwillig, dat vermeldt de geschiedenis niet-
mee. Ook Mordekaïs' opvallend knappe nichtje Hadassa, die hij voor de zekerheid maar het liefst Ester noemde. Een
perzische naam, die 'jonkvrouw' betekent of 'ster'. Zou hij niet maar wat graag haar ster willen zien stijgen? Is
dat niet de reden dat zij angstvallig haar ware identiteit verborgen moet houden van Mordekaï? Is het niet
opvallend dat we geen woord van protest lezen, laat staan van as op het hoofd en rouwgeklaag, nu zij zich aan deze
heidense koning moet gaan geven? In ieder geval éénmaal moet gaan geven - en als het de koning behaagt nog zo vaak
als hij maar wil. Gemengde huwelijken zijn in de ogen van de Here uit den boze. Vergelijk maar eens Ezra 9: wat
staan er een strenge straffen op! Mordekai weet het, maar uit zijn mond geen profetisch verzet. Ook niet als Ester
op heidens schoonheidsdieet wordt gezet. Hij weet er alles van. Dagelijks komt hij in de voorhof op inspektie. Maar
niets in de trant van Daniël en de zijnen, die heidens voedsel principieel weigeren.
Twaalf volle maanden duurt de extra-speciale schoonheidskuur.
Met de beste kosmetika ter wereld op en het sjiekste gewaad dat je je maar denken kan aan wordt ze met warme
aanbeveling van Hegaï, de eunuch die de zorg over de harem had, naar de koninklijke slaapkamer gebracht. En ja
hoor: zíj wordt de favoriet van de koning, zíj wordt gekroond. Ga eens na hoe wonderlijk dit alles tot stand komt.
Is niet alle strijd om de levensstijl die God in het verbond van zijn kinderen verwacht gestaakt?! Het heeft er
toch alles van dat hier maar één leus telt: 'aanpassen!'. Als een kameleon neemt men de kleur van z'n omgeving aan.
Op een manier waar 'God niks mee te maken zou willen hebben wordt Ester koningin van Perzië' ben je geneigd te
zeggen. Maar wacht even:
God keert alle dingen om.
Hij gaat er dwars door alles heen voor zorgen dat in een omgeving waar zijn naam wordt verduisterd mét de ster van
Ester zíjn ster opgaat! Hij gaat Zich in Babel voor de zoveelste keer bewijzen! Dit meisje zal Hij geschiedenis
lasten schrijven! Wat zeg ik: heilsgeschiedenis. Zijn volk, verspreid over de aarde, laat Hij niet varen. Eens
breekt het moment aan waarop Hij uitgerekend uit dít volk de Redder van de wereld geboren zal doen worden. De
wereldheerser die i.t.t. Ahasveros wél weet wat dienen is. Degene die zijn doel bereikte, niet door Gods goede
wetten te overtreden, zoals hier gebeurde, maar door die wet juist te vervullen: gehoorzaam tot het einde is Hij
geweest. Zijn leven gaf Hij - Jezus Christus.
We volgden het spoor van Gods verborgen handelen.
Je staat er soms van te kijken welke instrumenten Hij kiest. Ahasveros: de grote koning die per saldo maar zo'n
klein mannetje is, die wordt beheerst door drank en door vrouwen. En die twee andere instrumenten: de ongehoorzame
Mordekai en zijn ster Ester. Opnieuw is het feest: Ahasveros en Ester hebben elkaar gevonden. De bekers gaan omhoog
- want daar moet op gedronken worden. Maar de Here weet dat het al gauw gedaan zal zijn met alles wat hier
feestelijk is of lijkt: het gevaar ligt al op de loer. De Here weet ook dat het gevaar bezworen gaat worden. Hij
staat niet toe dat één van zijn kinderen Hem ontnomen zal worden. Hij stelt hen op de proef, zeker. Zwaar op de
proef soms. Maar van Hem mogen we de uitredding verwachten. Wat Hij zijn kinderen in het vooruitzicht stelt is meer
waard dan de koningskroon of de koninginnekroon van het machtigste rijk op aarde. Veel meer waard! Hij belooft zijn
kinderen bij een leven van vallen en opstaan en doorgaan met de strijd: de éérkroon. De zegekrans van
zondevergeving en eeuwig leven, door Jezus Christus voor ons veroverd. Wat een genade die nu al te mogen dragen.
Wat een eer! Laat het te merken wezen in voor- en tegenspoed dat je er trots op bent christen te zijn. Dat je blij
bent bij Hem te mogen horen die de wereldgeschiedenis en jouw persoonlijke geschiedenis in zijn Hand heeft!
Amen.
http://www.prekendiespreken.nl/
Heeft U vragen of opmerkingen, mail naar
© Copyright Preken die Spreken / Speaking Sermons / Pregação Viva,
1997-2019.
Niets uit deze uitgave mag gepubliceerd of vermenigvuldigd of openbaar
gemaakt worden in welke vorm dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van Richard J.C. Vos en de bijdragende predikant. Voor vermenigvuldiging
ter voorbereiding van, en openbaarmaking tijdens diezelfde zondagse eredienst,
of ter voorbereiding van bijbelstudie(bijeenkomsten) is geen toestemming nodig.