Thema: |
Ontvankelijk zijn voor het Woord van God |
Tekst: | Matteüs 13: 1-9; Matteüs 13: 18-23 |
Tekstgedeelte(n): | |
Door: | Ds. P.P.H. Waterval (predikant gereformeerde kerk vrijgem. Krimpen aan den IJssel) |
Gehouden te: |
Krimpen aan den IJssel op 20 januari 2002 |
Aanwijzingen voor de Liturgie
Votum en zegengroet
Ps. 92: 1-2
Schuldbelijdenis (zingen): Ps. 25: 2-5
Lezen: / Tekst: Matteüs 13: 1-9; Matteüs 13: 18-23
Ps. 92: 7-8
Preek
Lied 252
Wet
Ps. 1
Ps. 72: 8-10
Zegen
Geliefde gemeente van onze Here Jezus,
Ik wil beginnen met een vraag aan jullie, jongens en meisjes. Wie van jullie heeft thuis wel eens tuinkers gekweekt of een ander plantje? Steek je hand maar op. Ja? Nou dan weten jullie eigenlijk al wat zaaien is, hè? Je stopt wat zaad in een pot met aarde en dan wacht je af wat er gebeurt. En je hoopt dat het snel opkomt en dat er een sterk plantje uit komt. Weet je dat dat ook iedere zondag in de kerk gebeurt? Ook nu wordt er hier weer gezaaid. En weet je ook door wie? Door de Here Jezus. Zo net hebben we uit de bijbel gelezen en nu ben ik aan het preken. En daarmee strooit de Here Jezus zaad uit over alle mensen hier, en dat zaad is het Woord van God. Hij zaait dat Woord in de harten van iedereen die luistert. En net zoals jij, hoopt de Here Jezus ook dat het zaad dat Hij zaait, opkomt. In jouw hart en dat van alle andere mensen hier in de kerk. Over dat werk van de Here Jezus als zaaier, gaat deze preek.
Het thema is:
Maak je hart tot goede grond voor het Woord dat Jezus zaait |
Jezus ging het huis uit, staat er in vers 1, en ging zitten aan de oever van de zee van Tiberias, oftewel het
Meer van Galilea. Misschien was het binnen in huis wel te heet geworden en zocht Hij wat verkoeling. Maar Hij heeft
daar waarschijnlijk niet lang kunnen genieten van zijn privacy want op een geven moment ontdekken de mensen Hem en
drommen in grote aantallen bij Hem samen. Het zijn er zoveel dat Jezus opeens een bootje pakt, deze een eindje het
water induwt en erin stapt. Slim van Hem, want op die afstand had Hij geen last van alle gedrang en was Hij
tegelijk voor iedereen beter hoorbaar en zichtbaar.
Jezus wordt zo een leraar op afstand, niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk. Jezus past voortaan zijn
presentatie aan. Hij loopt de synagogen niet meer binnen en geneest ook niet meer (zoals in hoofdstuk 9). Dat doet
Hij in reactie op het onthaal dat Hij krijgt. De Farizeeën en schriftgeleerden worden namelijk steeds kritischer en
proberen Hem steeds meer vliegen af te vangen. Steeds duidelijker wordt ook dat de grote massa Jezus niet erkent
zoals Hij erkend wil worden, als Gods gezalfde. Er is geen massale bekering. Matteüs 13 laat een keerpunt zien in
Jezus' werk in Israël. Voortaan genezen zijn handen niet meer, maar klinkt alleen zijn stem nog. En dat gebeurt
vanaf nu vooral in de vorm van gelijkenissen. De gelijkenis was een bekende rabbijnse vertelvorm, een kort verhaal
met aardse beelden, maar met een hemelse boodschap. Jezus is de onbetwiste meester van het korte verhaal. Dat Jezus
goed kon vertellen hadden de mensen ook al wel eerder door gekregen. En daarom blijft Jezus een publiekstrekker van
jewelste.
Matteüs heeft in hoofdstuk 13 een hele rits gelijkenissen achter elkaar geplaatst, 7 in totaal. Daarvan is de
gelijkenis van de zaaier, zoals hij meestal genoemd wordt, de eerste. Die naam zegt niet alles, want het gaat
vooral over de verschillende soorten aarde waarin het zaad terecht komt. Sommigen hebben deze gelijkenis dan ook
wel de gelijkenis van de 4 bodemtypes genoemd. Toch is het ook wel degelijk de gelijkenis van de zaaier, want
zo typeert Jezus zichzelf hier. Matteüs 9 laat zien hoe Jezus bezig was met oogstwerk, het uitdelen van de
genadegaven van de Geest. Maar op dit moment presenteert Hij zich als de zaaier. En daarmee reageert Hij ook op de
teleurstellende houding van de grote massa. Zij zien Jezus graag als de oogster die cadeautjes uitdeelt. En zij
willen van deze oogst graag wat graantjes meepikken. Maar Jezus draait de zaken voortaan om. Niet langer oogsten
zij van Hem, Jezus leert hun vanaf nu dat Hij van hen wil oogsten. Zij moeten nu oogst gaan
opbrengen in vruchten van dankbaarheid, geloof en bekering. En zij zijn de bodem waarop Hij zaait. Ai, dat was wel
even wennen voor de mensen.
Jezus gelijkenissen sluiten altijd aan bij de alledaagse, aardse werkelijkheid die iedereen in Israël kent. En dit
keer dus bij het werk van de zaaier. Jezus beschrijft dan hoe dat werk van het zaaien er in de praktijk aan toe
gaat. En Hij laat zien dat dat werk iets onzekers, iets onvoorspelbaars heeft. Zaaien is afwachten. Want of een
zaadkorrel zich uiteindelijk ontwikkelt tot een korenaar of meer, dat weet de zaaier van te voren niet zeker. Dat
is van heel wat dingen afhankelijk: vooral van het weer en van de kwaliteit grond waarin het terecht komt. Wat de
zaaier wel zeker weet dat is dat, hoe goed hij zijn werk ook doet, er altijd een gedeelte van het zaad verloren
gaat. Dat brengt het werk nou eenmaal met zich mee. Want de precieze plek waarin de zaadkorrels terecht komen kan
heel erg verschillen.
Zo vertelt Jezus dat als het zaad - bijvoorbeeld door de wind of door de zwaai van de hand - op het pad langs of
door het veld belandt, de kans heel klein is dat het kan gaan groeien. Want platgetreden paden zijn namelijk veel
te hard, die nemen het zaad niet op. En daar weten de vogeltjes dan wel raad mee. Je moet maar eens opletten,
jongens en meisjes, als je vader de tuin weer gaat ophogen en nieuw gras inzaait, hoe de vogeltjes dan op de loer
liggen om de zaadjes die er los bovenop liggen, snel weg te pikken. Zaadkorrels moeten worden opgenomen en dat kan
alleen als de grond goed los is, goed rul is.
En als het zaad terecht komt op een plek waar de grond heel ondiep is, dan schiet het ook niet op. Een groot
gedeelte van het land Israël bestond uit dikke rotslagen van kalksteen. In de dalen en de vlakten lag daar een laag
grond bovenop. Maar die was natuurlijk niet overal even dik. Bijna in iedere akker was er wel een gedeelte waar die
laag maar heel dun was en waar je zo op de rotsbodem zat. De zaaier kan dat natuurlijk niet zien, dus hij strooit
het ook daar gewoon neer. En het gekke is, en dat zegt Jezus ook, dat in die ondiepe aarde - als de aarde wel goed
rul is - het zaad juist snel opkomt, sneller dan op andere plekken waar de laag aarde dikker is. Een ondiepe laag
grond is namelijk sneller warm. Maar tegelijk is de warmte van de zon voor het zaad op zo'n plek ook een
bedreiging, want door de ondiepe laag aarde kan het niet goed wortel schieten en dus ook niet het nodige vocht en
de nodige voedingsstoffen opnemen. Dan verbrandt de zon zo'n uitgekiemd zaadje al snel. Want het heeft geen
uithoudingsvermogen.
Weer een andere bedreiging voor het zaad is grond die niet schoon is, doordat er veel zaad van onkruid in zit.
Stukken met zulke grond kunnen er ook best goed uitzien voor je gaat zaaien, en de zaaier heeft het dus niet in de
gaten. De pest van onkruid, zoals distels, is dat het ontiegelijk hard groeit. Veel harder dan korenzaad. Als het
dan mee opgroeit naast het korenzaad, neemt het alle voedingsstoffen, water en zonlicht van het korenplantje weg en
verdringt het.
Alleen in goede aarde krijgt het korenzaad echt goede kansen om zich te ontwikkelen tot koren. Goede aarde is rul
en diep genoeg om in te hechten en wortel in te schieten, en schoon genoeg om volop voeding en vocht op te nemen.
In zulke grond kan zaad goed tot koren uitgroeien. Maar ook dan nog is het afwachten wat de opbrengst wordt. Die
kan nog flink verschillen. Een gemiddelde opbrengst in Israël was 10-voudig; dan kreeg je van iedere gezaaide
zaadkorrel 10 nieuwe. Jezus weet van hele goede opbrengsten van 30, 60 en zelfs 100-voudig. Die kwamen soms voor en
daar hoopte natuurlijk iedere zaaier op.
Het is een simpel en bekend verhaal. Bijna een open deur. Dat het zo ging met het werk van de zaaier, dat wisten de
meeste mensen ook best wel. Maar het was een gelijkenis en Jezus bedoelde hen aan het denken te zetten. Er zat een
hemelse boodschap in verborgen, die alleen met geloof kon worden begrepen. Daarom zegt Hij ook: wie oren heeft, die
hore. De mensen op het strand moesten het hier mee doen. Oren hebben, zegt nog niets. Want niet alle horen is ook
echt luisteren.
Later op de dag vertelt de Here Jezus de leerlingen wat Hij met de gelijkenis bedoelde. Blijkbaar was het voor hen
toch ook nog niet zo simpel om te achterhalen wat de Here Jezus precies bedoelde, ook al hoorden zij Hem wel in
geloof aan. Blijkbaar moesten zij ook nog echt wennen aan het idee dat Jezus, die zich aan hen als Koning van het
nieuwe rijk had geopenbaard, dat die Koning voorlopig nog niet zijn volledige heerlijkheid in Israël ten toon zou
spreiden, maar nog op een verborgen manier moest optreden, als een zaaier. Voor Jezus en ook voor hen was het dus
nog afwachten wat het uiteindelijk effect van zijn werk zou zijn. Het oordeel werd voorlopig nog uitgesteld. En ze
moesten nu leren dat het effect van Jezus' werk in ieder geval heel verschillend zou zijn, net als dat van de
zaaier.
Want net als het zaad dat niet opgenomen wordt door de platgetreden grond op het pad, zo wordt het Woord van God
niet opgenomen door mensen met een gesloten, ongevoelig hart. Zulke mensen, zulke hoorders hebben geen geestelijk
verstand, en kunnen dus ook niet met het Woord op een gelovige manier aan de slag. Het Woord dat in hun hart
gezaaid wordt, wordt onmiddellijk door de duivel weggepakt. Ik wijs er tussendoor even op dat de vertaling van vers
19b (dat is de langs de weg gezaaide) verwarrend is; het lijkt er hier op alsof de mens gezaaid wordt, maar dat is
natuurlijk niet de bedoeling. Het Grieks heeft soms heel samengedrongen uitdrukkingen, zoals bijvoorbeeld ook in
vers 45 (het koninkrijk van de hemel is als een koopman; dat klinkt ook gek; bedoeld wordt dat zijn daden passen
bij dat koninkrijk). Vers 19b moeten we zo lezen: 'dit is de mens bij wie het woord dezelfde werking heeft als het
zaad dat op de weg werd gezaaid'.
Wat is dat nu voor een mens die het Woord van God niet opneemt in zijn hart? Hoe komt het dat hij zo doet? Dat kan
allerlei oorzaken hebben. De belangrijkste is waarschijnlijk trots. Een trots mens staat niet open voor nieuwe
dingen. Hij heeft het niet eens in de gaten dat hij het nodig heeft om iets nieuws te horen. Want hij weet het
allemaal al. Zijn mening staat nou eenmaal vast. En daar kan zelfs de bijbel of een preek niets aan veranderen. Een
trots mens zit vol vooroordelen: hij ziet alleen wat hij wil zien en hoort alleen wat hij wil horen.
Wat niet in zijn straatje past wordt zorgvuldig weggefilterd. Trots gaat trouwens vaak gepaard met angst. Angst
voor nieuwe inzichten. Angstige mensen zweren bij wat ze hebben, want dat geeft ze tenminste houvast. Ze weigeren
pertinent om een denkavontuur aan te gaan. Alleen al de vraag: 'zou het misschien ook zo kunnen, of heb je het zo
al eens bekeken?', bezorgt ze de kriebels en daardoor schieten ze in een kramphouding. Zo'n kramp maakt het hart
stug en ongevoelig, of vet zoals Jesaja het zegt. Het neemt niets meer op. Harde harten zie je ook bij mensen met
een zondige levensstijl. Want zo iemand luistert niet naar iets dat hem en zijn zonde veroordeelt. Mensen die in de
duisternis leven omdat ze iets te verbergen hebben, die houden niet van het licht. En als ze dan plotseling toch
een keer in het felle licht komen te staan, dan doen ze gewoon hun ogen stijf dicht. Dan maken ze zichzelf blind,
want er is niemand zo blind als degene die bewust niet wil kijken. Deze verharde mens is er het allerslechtst aan
toe. Gods Woord doet hem niets. Het glijdt langs hem af als water langs een eend. Hij vertikt het om erover na te
denken. Het erge van verharding is dat het zichzelf versterkt: wat je eerst niet wil, kun je ten
slotte ook niet meer. Zijn er onder ons hier hoorders, voor wie deze beschrijving geldt? Ik hoop het niet. Wat is
het dan erg met je gesteld, als dat zo is. Wat moet je dan ook zitten vechten tijdens de kerkdienst en de preek,
want dat is eigenlijk een grote bedreiging voor je. Besef je dat God je wil vernieuwen? Dan zul je ook open moeten
staan voor zijn vernieuwend Woord. Kun jij je echt niet voorstellen dat er nog wat nieuws te leren valt in de kerk,
over jezelf, over kerk-zijn, over gemeenteopbouw, over liturgie of wat dan ook? Als je alles bij het oude wil
laten, inclusief jezelf, omdat jij nou eenmaal zo bent, dan bedroef je de Geest van God en loop je de verkeerde
kant op. Doe je ogen, je oren en je hart open. Durf het. Alleen dan kan God je redden.
De tweede categorie hoorders die Jezus beschrijft, zijn de oppervlakkige hoorders. Ondiep zijn ze, net als het
laagje aarde waarin sommige zaadkorrels terecht komen. De grond van hun hart lijkt heel vruchtbaar: want ze zijn
vaak heel blij en enthousiast over nieuwe dingen die ze horen. Alleen: het krijgt niet de kans om echt wortel te
schieten in hun leven en hun innerlijk te veranderen. Omdat ze niet de moeite nemen over de dingen na te denken.
Impulsief rennen ze achter allerlei hypes en trends aan. Beginnen snel aan een nieuwe hobby, maar kappen er ook
even snel mee als het wat te moeilijk wordt. Hun leven is een grote rommelkamer, vol met dingen waar ze ooit aan
zijn begonnen, maar nooit hebben afgemaakt. Het zijn mensen van het ogenblik. Zo gaan ze ook om met het Woord van
de Here. Ze kunnen helemaal uit hun dak gaan over een preek of een boek. Maar na twee weken weten ze eigenlijk niet
meer waar het over ging. Hun enthousiasme houdt geen stand. Als deze mensen in de problemen komen, als er lijden op
hun pad komt, vooral het lijden om de naam van Christus, dan ruilen ze de hobby van het christen-zijn en de kerk
verbazingwekkend snel in voor het ongeloof. Zo zijn er nogal wat mensen die bij evangelisatieacties tot een
plotselinge bekering komen, maar in moeilijke tijden al gauw blijken alleen maar psychologisch beïnvloed te zijn.
Want als er slecht weer op komst is, doen ze het geloofsjasje weer snel uit, want dat was eigenlijk alleen maar
voor mooi weer. Ze hebben vergeten dat de weg naar huis een weg van het kruis is. Hoor jij bij deze categorie? Leer
dan van de Here Jezus dat zijn Woord niet alleen om enthousiasme vraagt, maar ook om bewuste overdenking en
verdieping. Van emotie alleen kun je niet leven. Je hebt ook verstand gekregen en God vraagt een doordacht en
volhardend geloof. Bereken de kosten van het volgen van Jezus. Laat het Woord van de Here Jezus diep in je
innerlijk doordringen en bid om de blijvende vernieuwing door zijn Geest.
Het derde type hoorder dat Jezus beschrijft, wordt bedreigd door verdringing. De grond van zijn hart is vervuild
met het onkruid van allerlei zorgen en bezigheden die het Woord van God wegdringen en beconcurreren. Deze mensen
luisteren wel bewust naar het Woord van God en willen de Here ook best wel dienen. Maar tegelijk zijn ze zo druk
met de dingen van hun aardse leven, dat er voor God en zijn evangelie geen of nauwelijks tijd overblijft. Het komt
er gewoon niet van. Het zijn de mensen die eerst nog even dit en nog gauw even dat moeten regelen, het zijn de
Marta's die geen tijd hebben om aan de voeten van Jezus te komen zitten. Op hun takenlijstje staat niet de
bijbelstudie, het gebed en de gemeenschap der heiligen bovenaan, maar de kwartaalcijfers van de afdeling, de
sportclub, The bold and the beautiful, of de aanbiedingen bij het Kruidvat. Niet altijd trouwens zijn het
pertinent slechte dingen die hen bedreigen. Maar ook op zich goede dingen kunnen de vijand worden van het beste.
Dan gaat de krant voor de bijbel. En het familiebezoek voor de wijkavond. Deze hoorder wil eigenlijk best anders,
maar is zo druk en zo moe dat hij er gewoon niet toe komt om zijn prioriteiten te veranderen. Als een van de andere
grote bedreigingen voor deze hoorder noemt Jezus het bedrog van de rijkdom. Want het verlangen naar meer geld
verstikt het zaad van het Woord. Van rijkdom gaat een bedwelmende invloed uit. De op geld beluste mens denkt: als
ik nou toch eens die Jackpot zou winnen, sjonge, dan ben ik binnen, dan zit ik op rozen, dan heb ik zekerheid in
mijn leven. Maar het tegenovergestelde is waar. Hij bedriegt zichzelf, want de jacht naar geld maakt hem juist
onzeker. En zitten op je miljoenen is bouwen op zand. Het slokt al je levensenergie op, het maakt je passief. Voor
het koninkrijk van God word je zo onvruchtbaar als een gecastreerd konijn of als een appelboom op gifgrond. Je
dient God of de mammon, allebei kan niet. Pas op, broeder en zuster, als deze dingen je leven gaan beheersen en God
en de omgang met Hem uit het centrum van je leven verdwijnt. Corrigeer jezelf en proef het verschil.
Ten slotte is er de mens, van wie het hart is als goede aarde waarin het zaad van het Woord kan opschieten en veel
vrucht draagt. Deze mens waakt tegen geestelijke onverschilligheid, tegen oppervlakkigheid en tegen alles wat de
omgang met God bedreigt. Hij sluit zich niet af, maar staat open voor nieuwe inzichten uit het Woord. Hij is
nuchter en denkt na. Hij lijkt misschien een geestelijk supermens, maar dat is niet zo. Hij kent zijn zwakheden,
maar hij kent ook zijn prioriteiten en bovenal kent hij de plek waar hij kracht en rust kan vinden: in het Woord
van zijn God. Zo'n hoorder van het Woord kan dan ook vrucht dragen voor zijn Heer. De een 30-, de ander 60- en weer
een ander zelfs 100-voudig. Wat zou het mooi zijn als wij allemaal zulke hoorders zouden zijn, zo iedere zondag
naar de kerk zouden komen, naar de bijbelstudie zouden gaan en thuis ons bijbeltje zouden lezen.
De gelijkenis van de zaaier is best confronterend, want het slaat je alle mogelijke excuses uit handen. Ook nu
heeft de zaaier weer zijn zaadkorrels uit de hemel uitgestrooid, ook over jou. Heb je ze in je hart opgevangen? Als
jouw leven zonder vruchten blijft, en je in ongeloof sterft, zul je toch moeten toegeven: het heeft niet aan de
zaaier gelegen. En met zijn zaad was ook niets mis. Nee, dan ligt het helemaal aan jou. Want jij maakte de aarde
van je hart ongeschikt.
Maar de gelijkenis van de zaaier is ook bemoedigend, want als de aarde van jouw hart wel deugt, zal God ook alles
geven voor een goede opbrengst. Vrucht dragen voor God. Dat is zijn Geest in je laten werken. De oogst zal je
verbazen.
Amen.
http://www.prekendiespreken.nl/
Heeft U vragen of opmerkingen, mail naar
© Copyright Preken die Spreken / Speaking Sermons / Pregação Viva,
2002-2019.
Niets uit deze uitgave mag gepubliceerd of vermenigvuldigd of openbaar
gemaakt worden in welke vorm dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van Richard J.C. Vos en de bijdragende predikant. Voor vermenigvuldiging
ter voorbereiding van, en openbaarmaking tijdens diezelfde zondagse eredienst,
of ter voorbereiding van bijbelstudie(bijeenkomsten) is geen toestemming nodig.